De beschikbaarheid van voldoende zoet water wordt voor de landbouw steeds nijpender, vooral in drogere perioden. In project Spaarwater worden in de Waddenregio op polderniveau goede resultaten behaald met het opvangen en uitgesteld gebruik van regenwater in de bodem. Hoog tijd voor een grootschaliger aanpak.
De vooruitzichten zijn positief, meent Jouke Velstra. De projectleider van Acacia Water is optimistisch op basis van de eerste resultaten. Het enthousiasme is groot onder de deelnemers, met name op Texel. ’We hebben becijferd dat het mogelijk is om op bedrijfsniveau vijftig tot zestig systemen aan te leggen waarmee de hele sector en natuurgebieden op het eiland van voldoende zoet water kunnen worden voorzien.’
Kansen
Arnold Langeveld, akkerbouwer en lokaal LTO-voorzitter op Texel, onderschrijft dat. In februari bracht hij met een bus vol collega’s een werkbezoek aan twee Spaarwater-projecten in het Hornhuizen (Groningen) en het Breezand (Noord-Holland).
’Om ook eens met eigen ogen te zien hoe zo’n ondergrondse wateropslag in de praktijk werkt. Niet dat er nog veel overtuigingskracht nodig is om de ondernemers mee te nemen. De meerderheid is al overtuigd van de kansen voor de landbouw op Texel.’
Het feit dat Texel zelf niet de beschikking heeft over geschikt gebiedsvreemd water vergroot de urgentie voor de eilanders. Velstra: ’En het voorkomt vermenging van belangen zoals we in sommige polders op het vasteland ervaren. Daar vertrouwen de betrokkenen soms liever op de wateraanvoer van buitenaf. De zuivere aanpak op Texel maakt dat het eiland wel eens een iconisch toonbeeld kan worden voor de rest van Nederland.’
Verzilting
Spaarwater begon in 2014 met vier pilots voor systeemgerichte drainage en ondergrondse opslag. Het project is opgezet voor de provincies Noord-Holland, Friesland, Groningen en later ook Flevoland. Het wordt gefinancierd, begeleid en uitgevoerd door een reeks instanties, waaronder waterschappen, overheden, landbouworganisaties, kennisinstituten en financiële instellingen.
De belangrijkste doelen zijn het tegengaan van verzilting en een efficiënter zoetwatergebruik. In 2016 ging het project een tweede fase in en zijn diverse nieuwe pilots gestart. Het akkerbouwperceel in Hornhuizen, direct tegen de Waddendijk, is een van de eerste onderzoeklocaties van Spaarwater.
Hoopgevende cijfers
Velstra: ’We gingen ervan uit dat het wel eens tien jaar zou kunnen duren voor de eerste effecten zichtbaar zouden zijn, maar halverwege meten we al enorme verbeteringen. De zoetwaterlens die onder de grond is gerealiseerd houdt het zilte water tegen, terwijl de helft minder zoet water uit het perceel in de sloot verdwijnt en dus beschikbaar blijft voor het gewas. Zulke cijfers zijn hoopgevend, ook voor andere delen van het land.’
Langeveld benadrukt voor Texel niet zozeer bezorgd te zijn door de verzilting. ’Dat imago wordt ons doorgaans opgeplakt door een handvol mensen en de media die kansen zien voor zilte teelten, omdat we een zilt eiland zijn. Aan de oostkant van het eiland is wel sprake van lichte zilte druk die we kunnen verminderen door zoet water langer vast te houden en meerdere zoete stuwen te gebruiken.’
Zoet water vasthouden
Jaarlijks pompt Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 44 miljoen kuub zoet water de Waddenzee op. ’Als we daarvan 7 tot 8 miljoen kuub langer weten vast te houden in de percelen, kunnen landbouw en natuur daar in de droge perioden hun voordeel mee doen’, zegt Langeveld.
’De voorbeelden in Groningen en Noord-Holland met de opvang van drainwater en opslag in de diepe bodemlaag bieden ons daarvoor de handvatten.’
Versimpeld systeem
In Spaarwater is de laatste jaren hard gewerkt aan versimpelde en daarmee goedkopere systemen voor met name de glastuinbouw. Ook om het werkbaar en betaalbaar te maken voor de akkerbouw en bollenteelt, legt Velstra uit.
’Door er allerlei functies tussenuit te halen, zoals zandfilters en een buffertank, is het gelukt om de kosten met de helft te reduceren. De aansturing van het systeem is onder te brengen in een bak ter grootte van een halve zeecontainer. Qua afschrijvingen komen we uit op zo’n 600 euro per hectare per jaar. Bij een systeemontwerp voor 50 tot 100 hectare zijn die kosten nog eens met de helft teruggebracht’, zegt hij.
’Nu is 300 euro per hectare per jaar niet niks, maar afgezet tegen de gevolgen van droogteschade is het voor veel ondernemers toch een aantrekkelijke investering.’
Breed uitrollen
Langeveld is blij met het brede draagvlak onder de ondernemers. ’Tijdens de excursie ging ongeveer een derde van onze leden mee. Een flink deel staat te trappelen om ermee aan de slag te gaan. Dat stelt ons in staat om het breed uit te rollen over het eiland’, aldus Langeveld.
’Verdroging speelt ons al vele jaren parten. Zeven jaar geleden hebben we Texel Water opgericht met vertegenwoordigers van onder andere gemeente, waterschap, terreinbeheerders en LTO Noord. Verschillende potentiële oplossingen zijn toen op een rij gezet. We hadden niet kunnen bevroeden dat ondergrondse toepassingen zo’n positief effect konden hebben.’
De gretigheid is wederzijds, bekent Velstra. ’We hebben met elkaar iets bedacht wat volop is getest en waaraan constant is gerekend. De theoretische uitkomst is: het is haalbaar om Texel zelfvoorzienend te maken qua zoet water. Dit is het moment om alle opgedane kennis en ervaring eindelijk op te schalen en daadwerkelijk in het veld te bewijzen dat het kan.’
Bron: Nieuwe oogst, 09-03-2018