Het zoutgehalte in het grondwater in Noord-Groningen reflecteert de geschiedenis van het gebied. Het gebied wordt gekenmerkt door zout water dat is achtergebleven tijdens twee grote en langdurige overstromingen duizenden jaren terug. Deze ‘transgressies’, landaanwinning en de grondwaterstromingen als gevolg van inpolderingen hebben geleid tot grote verschillen in het ondergrondse zoutwaterpatroon.
Het aanwezige zoete grondwater bevindt zich vaak ondiep, in de vorm van regenwaterlenzen. “Door het veranderende klimaat zal de gewasverdamping in de toekomst toenemen en verandert het neerslagpatroon” aldus Tine te Winkel. En dat blijkt niet heel gunstig te zijn voor de landbouw. “De veranderingen vormen een risico voor de neerslaglenzen, want in het zoute milieu worden de zoete lenzen alleen van bovenaf aangevuld door het neerslagoverschot waarna de planten via de wortels het water onttrekken. Minder zoetwaterbeschikbaarheid in een gebied waar grote vraag vanuit de landbouw is kan leiden tot knelpunten.”
Om de kans op en de gevolgen van verzilting te verkleinen wordt in Hornhuizen (Gr) de impact van systeemgerichte drainage onderzocht. Door de drainage dieper te leggen, de onderlinge afstanden te optimaliseren en vanaf een afstand de uitstroomhoogte te beïnvloeden groeit de zoetwaterbuffer in het perceel. Dit levert voldoende water voor de planten om te groeien, wat een langer groeiseizoen en een hogere opbrengst levert.
Pootgoedteler Jan Oosterhuis “is blij met de kennis over verzilting in het gebied dat met deze proef inzichtelijk wordt.” Jan Oosterhuis voorziet dat wanneer peilgestuurde drainage zich in de proef heeft bewezen het ook interessant wordt om te kijken of meerdere percelen langs de kust zo ingericht moeten worden. Zowel bij hem als mogelijk bij collega telers ni het gebied.
Wilt u meer zien over de proef in Hornhuizen? Kijk hier de video.