Het pootaardappelseizoen in Borgsweer is weer begonnen. Dit betekent dat de Spaarwaterproeven weer van start zijn. In Borgsweer wordt het ondergronds opslaan van drainagewater in combinatie met druppelirrigatie getest.
Na wat vertraging door het natte weer zitten de aardappelen in de grond en zijn de ruggen getrokken. Het loof van het gewas is nu aan het opkomen. Voor Spaarwater zijn drie proefveldjes ingericht: een referentieveldje, een veldje waar ondergrondse druppelirrigatie plaatsvindt, en een veldje waar met het druppelirrigatiewater ook meststoffen gegeven worden.
Om het effect van de verschillende toepassingen te bepalen wordt in elk veldje op verschillende dieptes bodemvocht, bodemtemperatuur, elektrische geleidbaarheid en vochtspanning gemeten. Op basis van de metingen in het veld, en van de neerslag en verdamping worden adviezen gegeven voor de hoeveelheid water die toegediend wordt om de bodem optimaal vochtig te houden. In nauw overleg met agrariër Pieter Noordam worden zo de pootaardappelen geirigeerd.
De irrigatie vindt om de dag plaats, waarbij ieder uur een kleine hoeveelheid gegeven ter compensatie van de verdamping. Ook worden er met rhizons monsters genomen van het bodemvocht om het transport van nutriënten te bepalen.