Gouda - Na de succesvolle Spaarwater 2-daagse dit voorjaar heeft op dinsdag 10 november het Spaarwater minisymposium plaatsgevonden. Tijdens de bijeenkomst kwamen de projectgroep leden uit de regio’s Groningen, Friesland, Noord-Holland en Flevoland bij voor de nieuwste onderzoeksresultaten en ervaringen te delen na 2 jaar Spaarwater. Tijdens deze dag zijn veel verschillende onderwerpen de revue gepasseerd. Zo zijn in het ochtendprogramma de nieuwste resultaten van de pilotlocaties gepresenteerd zoals het terugwinrendement, de reductie van nutriënten- en zoutuitstroom en een hogere opbrengst door de inzet van druppelirrigatie.
Ondergrondse zoetwaterberging en druppelirrigatie
Zelfvoorzienende zoetwaterberging werkt en blijkt een haalbaar concept op perceelniveau. Met behulp van metingen is geconcludeerd dat de zoetwaterbel in Borgsweer en Breezand groeit zoals verwacht door ondergrondse infiltratie. Hiermee wordt voldoende water beschikbaar gemaakt voor onttrekking. Na intensieve modelsimulaties is nu ook inzicht verkregen in het vormingsgedrag van de zoetwaterbel. Dit inzicht vormt de basis voor de analyses over het terugwindrendement van het infiltratiewater. Zo kan het getrapt aan en uit zetten van filters die op verschillende hoogtes zijn geplaatst voor een hoger terugwinrendement zorgen. Daarnaast is uit de modelberekeningen gebleken dat met het opnemen van een ‘Spaarjaar’ het terugwindrendement fors kan toenemen. Niet alleen de verbetering in waterkwantiteit is aantoonbaar gemaakt, ook de bijdrage van Spaarwater aan de waterkwaliteit blijkt positief. De uitstroom van nutriënten is met 75% gereduceerd door het aanleggen van een gesloten circuit van zoetwater. Deze reductie heeft grote voordelen voor het behalen van de kaderrichtlijn waterdoelstellingen bij de waterschappen.
De toepassing van druppelirrigatie heeft zowel in Breezand als Borgsweer geresulteerd in hogere gewasopbrengsten. Hogere aardappelen opbrengsten zijn gerealiseerd doordat een hogere talzetting is gestimuleerd door een goede vochtvoorziening tijdens de periode van knolzetting.
Systeemgerichte drainage
In Herbaijum en Hornhuizen functioneert ook de systeemgerichte drainage voor verziltingsbestrijding zoals verwacht. Op de pilotlocatie in Herbaijum is tijdens het afgelopen jaar 75% minder zoutuitstroom gemeten. De modelberekeningen laten ook zien dat de zoetwaterlens tussen de drains groeit. Het komende jaar zal de snelheid van de groei verder worden onderzocht. De resultaten in Herbaijum zijn gerealiseerd met enkel een aanpassing aan de bestaande drainage zonder grote bijhorende investeringen. In Hornhuizen zal komend jaar door middel van een intensieve samenwerking met de agrariër worden toegewerkt naar een optimale sturing van het perceelpeil.
Economische haalbaarheid
De economische haalbaarheid van Spaarwater is tijdens het middagprogramma uitvoerig behandeld. Door de investeringsbeslissing van een agrariër centraal te stellen bij het onderzoek naar de economische haalbaarheid is eerder dit jaar duidelijk geworden dat de baten een belangrijke en complexe component zijn van de analyse. Naast risicobeheersing zijn de Spaarwater systemen namelijk direct gericht op het vergroten van de oogstopbrengsten. Dit maakt het essentieel om naast de vermeden droogte- en zoutschade ook de baten van de extra opbrengsten gedegen te onderzoeken en mee te nemen in de economische analyses.
Met de resultaten van deze eerste analyse in Spaarwater I wordt samen met het Landbouw Economisch Instituut (LEI) van de Wageningen Universiteit in Spaarwater II verder gewerkt aan een analyse van de invloed van Spaarwater systemen op polderniveau. De eerste start is gemaakt in de Oostpolder, begin volgend jaar zal ook gestart worden met twee polders in Friesland en Groningen. De resultaten van polderschaal biedt ondersteuning aan de uitwerking van het voorzieningenniveau.
Vooruitblik naar Spaarwater II
Spaarwater II gaat begin 2016 van start. Tijdens de nieuwe fase worden de bestaande pilots doorgezet, waarbij een belangrijke focus ligt op de invloed van Spaarwater systemen op polderniveau. De invloed op het watersysteem, de zoet-zoutverdeling in het oppervlaktewater en de economische haalbaarheid worden op deze manier op regionale schaal geanalyseerd. Uiteindelijk creëert dit inzicht voor zowel agrariërs als waterbeheerders over de impact van de zoetwateroplossingen.