Samenwerken aan een klimaatbestendige polder

Het was de avond van 4 april goed weer om het land op te gaan, toch waren agrariërs uit de Oostpolder naar Café Het Wapen van Wieringerwaard gekomen voor de gebiedsavond georganiseerd door Acacia Water en het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK). Binnen het project Spaarwater II is de Oostpolder in de kop van Noord-Holland één van de pilotpolders.

In de Oostpolder zijn al langere tijd problemen met brakke sloten. De ruimtelijke verdeling van het chloride in het oppervlaktewater wordt inzichtelijk gemaakt door de metingen van de agrariërs op www.oostpoldermeet.nl. De metingen van het mobiele meetnetwerk bevestigen het probleem. Om een beter beeld te krijgen van de seizonale verschillende in chloride concentraties is dit jaar extra meetapparatuur geïnstalleerd.

De agrariërs van de Oostpolder hebben momenteel te kampen met tegenstrijdige problemen: zoetwatertekort in de zomer en wateroverlast bij piekafvoeren. De analyses van Acacia Water laten zien dat de waterkwaliteit van het oppervlaktewatersysteem snel reageert op veranderende inlaat en afstroming van percelen. Door bodemdaling en zeespiegelstijging wordt een toename in de kweldruk verwacht wat voor extra verziltingsproblemen kan zorgen. Omdat de meeste gewassen in de Oostpolder worden niet beregend is de mate van het optrekkende brakke grondwater van belang. Jouke Velstra presenteerde deze avond verschillende perceelmaatregelen die in de Oostpolder kunnen worden ingezet om te zorgen voor efficiënt watergebruik, het vergroten van de zoetwaterbeschikbaarheid en verziltingsbestrijding.

Jan Willem Huizinga, Programmamanager KRW/Watertekort bij HHNK, kondigde de komst van een nieuwe subsidieregeling aan voor de landbouw. “De Oostpolder heeft nu de unieke kans om als eerste aanspraak te maken op de nieuwe subsidieregelingen voor wat betreft zoetwatermaatregelen. De agrarische bodem is de kans om het verschil te maken. Met de zoetwatermaatregelen is er nu de kans om de bodem als buffer voor water, nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken.”

Vroeger was het zo dat voornamelijk het waterschap de problemen in de polders moest aanpakken. Maar de huidige polders klimaatbestendig maken is een gezamenlijke uitdaging. Jan Willem Huizinga ligt toe: “we moeten nu samenwerken, en voor de landbouw zijn er nu grote kansen. Het geld van de subsidieregelingen mogen niet verdampen, daarom worden nu maatregelen gestimuleerd in de agrarische bedrijfsvoering” De agrariërs toonden interesse voor onder andere ondergrondse opslag en peilgestuurde drainage. Deze maatregelen zorgen voor een grotere zoetwatervoorraad en hebben daarnaast een bufferwerking op de piekafvoeren. Dit kan de problemen van wateroverlast en zoetwatertekort oplossen.